Arthroscopieën (1 of meerdere gewrichten)
In zowel de humane als de veterinaire geneeskunde is arthroscopie een techniek die vaak wordt toegepast om gewrichten operatief te behandelen. Letterlijke vertaalt betekent arthroscopie: in een gewricht kijken (arthros = gewricht, scopie = kijken). Een arthroscopie wordt uitgevoerd onder volledige narcose. Na de peroperatieve handelingen wordt, door een kleine opening (incisie) in de huid en met behulp van een kleine camera en lichtbron, het inwendige van het gewricht bekeken. Via een tweede opening kan uiterst klein operatiegereedschap worden ingebracht om chirurgische handelingen aan het gewricht te kunnen uitvoeren.
Door middel van arthroscopie kan met een minimale snede maximaal chirurgisch resultaat worden gekregen. De methode is op vrijwel alle gewrichten toe te passen, is minimaal belastend en geeft maximaal resultaat: eventuele losse botfragmenten kunnen op deze wijze worden verwijderd. De behandeling van OCD is de meest voorkomende reden voor het toepassen van een arthroscopie. Daarnaast wordt de methode ook toegepast als behandeling van een geïnfecteerd(e) gewricht(en) (bijv. veulens met zgn. veulenziekte). Hoewel een arthroscopie veel minder ingrijpend is dan een operatie waarbij een gewricht in zijn geheel geopend moet worden, blijft het natuurlijk wel een relatief zware ingreep. Een goede nazorg, rust en een specifieke revalidatie behoren tot de essentiële nabehandeling.