Paarden
Een paardengebit bestaat uit premolaren (ook wel veulen-/ melkkiezen genoemd), molaren (blijvende/ ware kiezen), snijtanden, hengstentanden (bij hengsten, ruinen maar soms ook merries!) en wolfstanden die zich soms voor de eerste kies ontwikkelt. Een goed functionerend gebit is erg belangrijk voor paarden en paardachtigen. Regelmatig controle en/ of onderhoud aan het paardengebit is erg belangrijk. We zien veel en uiteenlopende gebitsafwijkingen en -aandoeningen bij paarden maar voor allemaal geldt, dat het dier er in meer of mindere mate last van heeft, of op een later moment kan krijgen. Symptomen als langzamer eten, voer laten vallen, proppen maken, hoofdschudden, anders reageren op het bit, verminderd nageeflijk zijn, slokdarmverstoppingen en een onaangename geur uit neus of mond kunnen passen bij problemen van het gebit. Het advies luidt om, onder normale omstandigheden, eenmaal per jaar het gebit van uw paard te laten controleren cq. behandelen. Zijn er (verdenking op) gebitsproblemen, dan uiteraard eerder/ vaker.
Veelvoorkomende aandoeningen en/ of tandheelkundige behandelingen zijn: